Sidebar Menu
Filip De Pillecyn Comité
  • Home
  • Over Filip De Pillecyn
  • Over het Comité
  • Edities en literaire uitgaven
    • Kronieken
    • Andere uitgaven
    • Studies
  • Contact
1.01

Biografie

Filip De Pillecyn werd geboren in Hamme op 25 maart 1891, als jongste uit een gezin van vier zonen. Zijn vader was ontvanger op de stoomboot. Zoals iedereen ging Filip naar de dorpsschool en daarna naar het ‘Institut St.-Joseph’, zoals het in die tijd hoorde - om Frans te leren. Zijn humaniorastudies voltooide hij in het Klein-Seminarie in Sint-Niklaas, waar hij met de latere priester Poppe op de schoolbanken zat.

Lees verder

1.02

Bibliografie

In het oeuvre van De Pillecyn zijn drie periodes te onderscheiden:

- Het proza uit de eerste periode sluit vanuit zijn belangstelling voor geschiedenis en figuren als monniken en kasteelheren aan bij de historische romantiek.
- Zijn tweede periode, in de jaren dertig, wordt gekenmerkt door een meer psychologisch proza, maar blijft schatplichtig aan een romantische invalshoek.
- De derde periode start met “Soldaat Johan” en geeft de weerslag weer van het sociaal en ideologisch denkkader van de schrijver.

Lees verder

1.03

Geluidsfragmenten

Gedichten uit de dichtbundel Onder den hiel - Suite voor Filip - De Stem van Filip De Pillecyn

 

Gedichten uit de dichtbundel Onder den hiel

Getoondicht door Jurgen De Pillecyn (2007)

Componist: Jurgen De Pillecyn
Sopraan: Greetje Anthoni
Piano: Jan Vande Weghe 

Luister naar de geluidsfragmenten

1.04

Hamme en de schrijver

Water en groen zijn gezelschap en het is geen dromen als men ligt onder de notelaar en ziet hoe aan de ene zijde de Durme naar de Schelde toe stroomt en hoe aan de andere zijde de weiden met het stevige, brede gras vol bloemen staan.  (uit: “Mensen achter de dijk”)

Filip De Pillecyn werd geboren te Hamme op 25 maart 1891. Een geboortegrond aan de monding van de Durme en de Beneden-Schelde die een voedingsbodem zou worden voor tal van zijn literaire werken. Een melancholisch, fijnzinnig en gepolijst oeuvre, dat Gerard Walschap ertoe verleidde de schrijver ervan te eren met de titel van Prins der Nederlandse letteren.

Lees verder